De zakaat is de derde zuil van de islam en komt 30 keer voor in de koran. Daarnaast wordt nog eens de term ‘sadaqa’ in 14 verzen gebruikt. Sommige van de passages slaan tevens terug op de zakaat.
“Neem liefdesgaven van hun rijkdommen aan, opdat je hen daardoor mag laten reinigen en louteren. En bid voor hen; jouw smeekbede is voor hen inderdaad een bron van geruststelling. En Allah is Alhorend, Alwetend” (Soera At Tauba, 9:103).
“Zie, jullie zijn het die geroepen worden ter wille van Allah (een deel van jullie vermogen) uit te geven, maar er zijn sommigen onder jullie die gierig zijn. En wie gierig is, is gierig voor zichzelf (zijn eigen ziel). En Allah is Zichzelf genoeg en jullie zijn behoeftig. En indien jullie je (van de Waarheid) afwenden, zal Hij een ander volk in jullie plaats brengen en dezen zullen niet zoals jullie zijn” (Soera Mohammed, 48:38).
De volgende drie verzen geven aan dat de zakaat een religieuze plicht is:
“En onderhoud het gebed en geef de zakaat” (Soera Al Baqarah, 2:110).
“Neem liefdesgaven van hun rijkdommen aan, opdat je hen daardoor mag laten reinigen en louteren” (Soera At Tauba, 9:103).
“En geef wat daarvoor verschuldigd is” (Soera Al-An’aam, 6:141).