Met het motto “Omarm de slachtoffers met een voedselpakket”, heeft Hasene met 295 observators 100.193 voedselpakketten uitgedeeld aan armen en hulpbehoeftigen in 48 landen over de hele wereld. Eén van de landen waar veel voedselpakketten zijn uitgedeeld, is een land waar veel vluchtelingen wonen, namelijk Libanon.
Hüseyin Karataş, voorzitter Hasene Nederland is ook samen met Zeynep Sari-Karataş vertrokken naar Libanon om voedselpakketten te overhandigen. Zij vertellen de volgende ervaringen vanuit hun hele reis: “Onze reis naar Libanon begon met 10 observators met een vlucht naar Beiroet. We werden daar verwelkomd door onze partner organisaties. In het Libanese gebied waar de vluchtelingen kunnen verblijven, wonen er in totaal twee miljoen vluchtelingen. Dit komt overeen met bijna de helft van haar eigen volk, waarmee Libanon het land is met de meeste vluchtelingen. Door de economische crisis zijn veel mensen hulpbehoeftig en zijn onder de armoedegrens. Door de oorlog in Syrië verblijven er zo’n 1,5 miljoen Syrische vluchtelingen in Libanon. Daarnaast verblijven er ongeveer een halve miljoen Palestijnse vluchtelingen. Deze vluchtelingen proberen te overleven in vluchtelingenkampen waar de levensomstandigheden erbarmelijk zijn.
We hebben de voedselpakketten merendeels uitgedeeld in de gebieden Bekaa, Baalbek, Daraya, Ketrmaya, Arsal en Badawi. Dit zijn de gebieden waar Syrische en Palestijnse vluchtelingen leven. We hebben de voedselpakketten ook uitgedeeld aan het Libanese volk. Tijdens het uitdelen van de voedselpakketten was de dankbaarheid te lezen aan de gezichten van onze hulpbehoeftige broeders en zusters. Zij toonden hun dankbaarheid door voor ons te gaan bidden.
Tijdens onze werkzaamheden zagen we hoe 5-10 mensen in broze tenten van maar 10-20m2 leven. We kregen te weten dat ze geen brandstof kunnen vinden en daarom plastic afval, schoenen, etc. verbranden om warm te blijven. Hierdoor worden velen met name kinderen blootgesteld aan ziektes. Elke kamp heeft een ander migratieverhaal. Ondanks hun vermoeiende levens, hebben de families ons verwelkomd in hun huis of tent. Ze waren enorm gastvrij en gul. We kwamen aan met voedselpakketten en keerden terug met hartverwarmende woorden. De broederschap van Ansar en Muhajir bloeit. Eén voedselpakket laat mensen lachen, omarmd de slachtoffers en laat zien dat we ze niet zijn vergeten. Bij de tenten werden de kinderen het gelukkigst. Ze lachen al met één speelgoed. Ons hart deed pijn toen we hoorden dat een kind zei: “Ik krijg voor het eerst zo’n cadeau.” Met omhelzingen en de hoop dat we ooit nog terugkomen, zeiden we vaarwel. Heel verlegen kwam een kind naar ons toe en vroeg iets met een aarzelende stem. We begrepen daarna dat hij geld voor brandstof vroeg. Een kind dat geen geld vraagt om snoep, chocolade of speelgoed te kopen, maar om brandstof voor zijn familie te kopen. Heel veel kinderen en leraren moeten lange afstanden afleggen om naar school te gaan. Door de extreme hoge brandstofprijzen in Libanon, kunnen kinderen en leraren helaas niet naar school.
We zijn ook te weten gekomen dat een deel van de huizen die we bezochten geen elektriciteit hebben. Het volk krijgt alleen op bepaalde tijdstippen elektriciteit. Daarom heeft het volk een eigen systeem ontwikkelt met elektriciteitskabels op straat. Dit gevaarlijke systeem, dat de straten inneemt, werkt vaak niet.
Na vele bezoeken en de vele dankbaarheid gehoord te hebben, suist onze oren met de quote van een Palestijnse zuster Meryem. Ze zei: “HET WERELDSE LEVEN IS NIETS WAARD.” We beseften dat al deze mensen op Hasene hadden gewacht. We spraken niet dezelfde taal, maar begrepen elkaar door dezelfde liefde in onze harten. We deelden elkaars zorgen.
Na een week vol werkzaamheden, hebben we 3000 voedselpakketten uitgedeeld aan hulpbehoeftigen. De voedselpakketten zijn niet de enige die hun heeft bereikt; liefde, vriendelijkheid en hoop kwamen ook aan. Na ons programma van een week realiseerden we dat het onze taak is om dankbaar te zijn voor onze zegeningen en deze te delen met de medemens. Daarentegen zijn de hulpbehoeftigen ondanks de omstandigheden enorm geduldig en hebben vertrouwen in Allah (swt). We zijn teruggekeerd met een verdrietig hart. Het was moeilijk om afscheid te nemen van onze broerders en zusters in Libanon”.